- TomTom schrapt driehonderd banen, bijna een tiende van het totaal.
- De consumententak van TomTom krimpt al jaren, omdat veel mensen geen los navigatieapparaat meer gebruiken.
- TomTom verdient zijn geld nu vooral door zijn kaartentechniek te verkopen aan autoproducenten.
- Lees ook: Er is geen GPS voor de maan: dat moeten de NASA en ESA oplossen, als ze weer mensen op de maan willen zetten
In een reorganisatie schrapt navigatiedienstverlener TomTom driehonderd banen, bijna tien procent van het personeelsbestand.
De reorganisatie bij het Nederlandse bedrijf treft vooral de verkoopafdeling en ondersteunende functies. Tegelijkertijd onderstreept TomTom dat het volop inzet op het gebruik van kunstmatige intelligentie.
Het is onduidelijk waar de ontslagen precies vallen. Het hoofdkantoor van TomTom staat in Amsterdam. Wereldwijd telt het bedrijf zo’n 3600 medewerkers.
De consumententak van TomTom krimpt al jaren, omdat veel mensen geen los navigatieapparaat meer gebruiken. TomTom verdient zijn geld nu vooral door zijn kaartentechniek te verkopen aan autoproducenten die de kaarten in de infotainmentsystemen van voertuigen inbouwen. In TomTom Orbis Maps heeft bedrijf ook een speciaal kaartenplatform opgezet, waarmee het bedrijf inspeelt op de ontwikkeling van autonoom rijden.
Naar eigen zeggen heeft het bedrijf afgelopen jaren "een sterke basis gelegd voor de toekomst". Daarbij is ook veel geïnvesteerd in wat TomTom "modulaire, herbruikbare softwareoplossingen" noemt. Die verandering betekent volgens het bedrijf dat nu een aantal organisatorische veranderingen op zijn plaats zijn.
In heel 2024 leed TomTom nog een verlies van ruim 17 miljoen euro. Daarbij ging de totale omzet omlaag. Voor dit jaar wordt op een verdere omzetdaling gerekend. Autofabrikanten kampen namelijk met een zwakke vraag naar elektrische auto's en de kwakkelende wereldeconomie. Daarbij hebben grote Europese autoconcerns last van concurrentie uit China. De situatie voor de korte termijn is bovendien moeilijker te voorspellen door handelsspanningen en de onzekerheden die daarmee samenhangen, merkte topman Harold Goddijn op bij de laatste kwartaalcijferpublicatie in april.